Leestijd: 6 minuten
Het plezier in lezen en het begrijpen van tekst zijn beide belangrijk, maar werken soms juist tegen elkaar in. Dit artikel verkent het spanningsveld tussen leesbeleving en analytisch lezen. Door te onderzoeken hoe deze twee verschillende benaderingen van lezen invloed hebben op ons brein en onze emotionele reactie, krijgen we inzicht in de factoren die leesplezier bevorderen en hoe analytische methoden die ervaring soms kunnen verstoren. Tot slot bespreken we de implicaties van deze bevindingen voor het onderwijs en kijken we hoe we balans kunnen vinden tussen leesplezier en tekstbegrip.
Veel mensen genieten van lezen omdat het hen meeneemt naar een andere wereld of hen laat meevoelen met de personages in een verhaal. Voor anderen – zoals studenten of onderzoekers – is lezen vaak een analytische oefening, waarbij details nauwkeurig worden ontleed om een dieper begrip te krijgen van de tekst. Maar soms lijkt het alsof deze twee benaderingen van lezen met elkaar botsen: te veel analytisch lezen kan de spontaniteit en emotionele betrokkenheid verminderen, terwijl puur genieten van een verhaal het begrip van complexe lagen kan beperken. Dit spanningsveld tussen leesplezier en begrip roept de vraag op: kunnen we beide bereiken, en zo ja, hoe?
1. De psychologie van leesplezier
Lezen kan een diepgaande beleving zijn. Het biedt de mogelijkheid om te ontsnappen aan de dagelijkse realiteit en jezelf te verliezen in een verhaal. Dit effect wordt vaak beschreven als narratieve transportatie – het proces waarbij lezers zich volledig onderdompelen in een verhaal en het gevoel hebben dat ze zich in de wereld van het boek bevinden. Narratieve transportatie is sterk verbonden met leesplezier, omdat het emoties oproept en een gevoel van verbondenheid creëert met de personages.
Bij leesplezier spelen de rechterhersenhelft en het limbische systeem (het emotionele centrum van de hersenen) een grote rol. De rechterhersenhelft verwerkt visuele beelden, emotionele prikkels en creativiteit, wat bijdraagt aan het vermogen om een verhaal te beleven en erdoor gegrepen te worden. De release van gelukshormonen, zoals dopamine en oxytocine, bevordert leesplezier doordat het de lezer een gevoel van voldoening en verbondenheid geeft.
Leesplezier gedijt vaak bij spontaniteit. Het vraagt om het loslaten van controle en een open, ontvankelijke houding ten opzichte van het verhaal. Wanneer we lezen puur voor ons plezier, richten we ons minder op details of verborgen betekenissen; we laten ons gewoon meeslepen door de stroom van het verhaal.
2. De mechaniek van begrip: analyse en het linkerbrein
Begrijpend lezen, aan de andere kant, vereist een meer analytische benadering. Dit type lezen vraagt om nauwkeurigheid, kritische evaluatie en het actief verbinden van losse elementen binnen de tekst. Wanneer we een tekst analyseren, worden we gedwongen om na te denken over verhaallijnen, motieven, symboliek en de structuur van de tekst. Dit proces activeert voornamelijk de linkerhersenhelft, die verantwoordelijk is voor logica, taalverwerking en details.
Bij begrijpend lezen moet de lezer zich richten op analytische processen die afleidend kunnen zijn van de beleving. Wanneer we aandacht besteden aan structurele elementen, zoals stijlfiguren, toon en woordkeuze, ontstaat een mentale afstand tot het verhaal. De lezer fungeert als observator in plaats van als deelnemer, wat het moeilijker maakt om de emotionele verbinding vast te houden.
Begrijpend lezen is nuttig voor diepgaande inzichten, maar het ontneemt de lezer soms de vrijheid om simpelweg mee te gaan in de ervaring. Het verplicht de lezer om continu na te denken over de ‘waarom’ en ‘hoe’ van het verhaal, in plaats van zichzelf te verliezen in het ‘wat’ en ‘wie’.
3. Hoe analyse leesplezier kan verminderen
Veel lezers hebben de ervaring dat analytisch lezen het leesplezier kan verstoren. Bijvoorbeeld, het opsporen van informatie of het ontleden van een verhaal kan de spontane emoties onderdrukken die ontstaan tijdens het lezen. Onderzoek toont aan dat het opdelen van een tekst in kleinere elementen de narratieve transportatie kan onderbreken, omdat de lezer gefocust is op losse delen in plaats van op het verhaal als geheel. Als de leerling weet dat er vragen over een tekst gesteld gaan worden dan staat de linkerhelft meer aan dan wanneer de leerling leest omdat het fijn is.
Een bekend voorbeeld hiervan is begrijpendlezenonderwijs op school, waar leerlingen vaak gevraagd wordt vragen over een tekst te beantwoorden. Hoewel dit hen kan helpen om leesvaardigheden te ontwikkelen, ervaren veel kinderen hierdoor minder plezier in het lezen. Ze voelen zich soms verplicht om op een bepaalde manier te lezen, wat hun enthousiasme kan temperen en zelfs kan leiden tot een afkeer van lezen.
4. Het neurologische spanningsveld tussen beleving en analyse
Uit neurowetenschappelijk onderzoek blijkt dat verschillende hersenprocessen actief zijn tijdens belevingsgericht en analytisch lezen. Zoals eerder vermeld, activeert leesplezier vooral de rechterhersenhelft en het limbische systeem, terwijl begrijpend lezen de linkerhersenhelft stimuleert.
Wanneer beide processen tegelijkertijd plaatsvinden, kan dit leiden tot een soort ‘mentale interferentie’. De hersenen schakelen dan tussen het gevoel van inleving en het analyseren, wat het moeilijk maakt om volledig in het verhaal te blijven. Hierdoor ontstaat een spanningsveld: hoe meer we analyseren, hoe minder we ons ondergedompeld voelen.
5. Implicaties voor onderwijs en leesbevordering
De spanning tussen leesplezier en begrijpend lezen heeft belangrijke implicaties voor het onderwijs. Hoe kunnen we leerlingen stimuleren om zowel plezier in lezen te ontwikkelen als dieper begrip te verwerven?
1. Gescheiden Leesmomenten
Een mogelijke oplossing is om leesmomenten voor plezier en begrip te scheiden. Leerkrachten kunnen bijvoorbeeld boekenkeuzes voor leesplezier laten maken zonder daar direct opdrachten aan te verbinden, en daarnaast specifieke teksten kiezen voor analytische opdrachten. Op deze manier kunnen leerlingen ongestoord genieten van verhalen en zich los van dit proces ook focussen op analytische vaardigheden.
2. De Kunst van close reading: focus op kleine stukjes
Bij close reading, een methode waarbij leerlingen kleine stukken tekst zorgvuldig bestuderen, wordt juist gefocust op gedetailleerd begrip. Door korte, intensieve leesopdrachten af te wisselen met vrij lezen, leren leerlingen analytisch denken zonder dat het ten koste gaat van hun plezier. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van het lezen van een kort verhaal, gevolgd door vrij lezen.
3. Leesclubs en reflectie: emotie en begrip
Een leesclubje kan een brug slaan tussen beleving en analyse. Door leerlingen verhalen te laten bespreken in plaats van te ontleden, worden zowel emoties als begrip aangesproken. Reflectievragen die gericht zijn op emoties en persoonlijke interpretaties kunnen leerlingen helpen om hun inleving te delen zonder dat het verhaal ‘ontleed’ wordt. Je deelt over de beleving van het verhaal en luistert naar anderen. Dit helpt om de beleving en het begrip dieper te maken.
Conclusie
De balans tussen leesplezier en begrip is een uitdaging die invloed heeft op de manier waarop we lezen, leren en genieten van literatuur. Terwijl leesplezier draait om beleving en emotie, vraagt analytisch lezen om afstand en kritische evaluatie. Door deze twee benaderingen af te wisselen, kunnen lezers profiteren van de voordelen van beide.
In het onderwijs en leesbevordering kan dit duale systeem helpen om jongeren zowel leesplezier als literaire vaardigheden te laten ontwikkelen. Het afwisselen tussen momenten van ongedwongen leesbeleving en meer gestructureerde analyse biedt een manier om beide aspecten van lezen te omarmen zonder dat de een ten koste gaat van de ander. Zo kunnen we zowel het plezier als het begrip van lezen koesteren – en tegelijkertijd onze relatie met verhalen verdiepen.