Leestijd: 3 minuten
Niets zo dodelijk voor de motivatie als iets móeten. De beste ingang voor een interne leesmotivatie is praten over boeken. Maar hoe doe je dat? In het artikel Hoe wordt mijn kind een lezer? hebben we hier al iets over verteld. In dit artikel gaan we dieper in op de vorm van een boekengesprek, aan de hand van het boek Vertel eens van Aiden Chamber (2012).
Het belangrijkste onderdeel is de open houding van de volwassene. Ook al spreek je het niet uit, een kind voelt precies wanneer je onderliggende intentie eigenlijk is om iets voor elkaar te krijgen. Dus stel als doel om je kind of klas beter te leren kennen en stel open vragen.
Er zijn vier basisvragen:
- Wat vond je leuk, mooi of goed gedaan aan dit boek?
- Wat vond je niet leuk, mooi of goed?
- Wat vond je moeilijk, vreemd of onduidelijk?
- Wat viel je op? Of voor gevorderde delers: Zag je een patroon of bepaalde verbanden?
Dat kan formeel in een vorm in de klas en het kan ook gewoon als gesprekje tussendoor. Formeel kan het in de klas in de vorm van een boekenkring. Dat kan letterlijk in een kring of gewoon op de eigen plaatsen. De antwoorden kun je opschrijven op het (digi)bord in vier kolommen. Doe dit in steekwoorden en schrijf alles op. Alle antwoorden zijn goed. Stel je terughoudend op. Laat je eigen mening weg. Borg de openheid in de groep en stop het gesprek wanneer het niet loopt.
Als je meer wil weten of dieper ergens op in wil gaan gebruik je het zinnetje: Vertel eens? Voorkom het gebruik van zinnen met het woord waarom erin. Dit heeft de neiging om de leerlingen uit de ervaring te halen en in hun hoofd te brengen. Het kan bijna niet gebruikt worden zonder de bijsmaak van moeten. Wanneer je het kind terug wil brengen naar de tekst kun je wel gebruiken: Hoe weet je dat?
Andere algemene vragen die kunnen helpen zijn:
- Toen je het boek voor het eerst zag en je nog niets gelezen had, wat dacht je toen dat het voor een boek was?
- Ken je andere boeken die hier op lijken?
- Zijn er woorden of zinnen die je opgevallen zijn?
- Wat zou er anders of beter kunnen?
- Wat ga je je vrienden over dit boek vertellen?
Of stel meer feitelijke vragen:
- Hoe lang duurt het verhaal?
- Waar speelt het?
- Welke verhaalfiguren boeide jou het meest?
- Wie vertelt het verhaal? Weten we dat? En hoe weten we dat?
In de klassikale vorm is het fijn om van tijd tot tijd samen te vatten wat er tot dan toe gedeeld is. Als ouder is het fijn om te spiegelen wat je hoort, bijvoorbeeld Dus je vindt het een leuk boek, maar het was een beetje te dik?
In deze gevallen gaat het over gaat het over een gesprek van een gelezen boek. Je kunt ook informeel vragen wat ze van een kaft vinden of van een (kort) voorgelezen stukje. Lijkt het je wat als je dit ziet/hoort? Als ingang naar een gesprek over lezen of gewoon tussendoor. Zeker wanneer je kind geen lezer is dan zit er kracht in tussendoor-vraagjes. Het merendeel van de kinderen wil wel lezen, maar krijgt de ingang (soms) niet gevonden.