Wat is het Mattheüs-effect? En waarom is het belangrijk om dat te weten?

Deel

Leestijd: 6 minuten

Het Mattheüs-effect is een bekend fenomeen in de sociale wetenschappen dat beschrijft hoe mensen die al in een gunstige positie verkeren, steeds meer voordelen verwerven, terwijl degenen die in een minder gunstige positie beginnen, verder achterop raken. In de context van onderwijs en lezen speelt dit effect een belangrijke rol in de ontwikkeling van leesvaardigheid bij kinderen.

Wat is het Mattheüs-effect in lezen?

Het Mattheüs-effect in lezen verwijst naar het fenomeen dat goede lezers steeds beter worden, terwijl zwakke lezers steeds verder achterop raken. Dit gebeurt omdat kinderen die vroeg en vaak lezen, hun leesvaardigheden snel ontwikkelen. Ze bouwen een grotere woordenschat op, verbeteren hun tekstbegrip en lezen steeds complexere teksten. Hierdoor ervaren ze lezen als leuk en succesvol, wat hen motiveert om nog meer te lezen. Deze “succescyclus” zorgt ervoor dat goede lezers in een opwaartse spiraal terechtkomen, waarin lezen een positieve ervaring blijft.

Aan de andere kant ervaren zwakkere lezers vaak moeite met lezen, waardoor ze minder geneigd zijn om te lezen. Omdat ze minder lezen, ontwikkelen hun leesvaardigheden zich trager, wat hen verder ontmoedigt. Ze worden geconfronteerd met moeilijkheden die de ervaring van lezen negatief maken, en hierdoor komen ze in een neerwaartse spiraal terecht. Dit leidt tot een steeds groter wordende kloof tussen sterke en zwakke lezers.

Hoe ontstaat het Mattheüs-effect?

Het Mattheüs-effect in lezen ontstaat door een combinatie van verschillende factoren:

  1. Vroege leeservaringen
    Kinderen die al op jonge leeftijd worden blootgesteld aan boeken, verhalen en andere vormen van geschreven taal, beginnen met een voorsprong. Ouders die voorlezen en praten over boeken, helpen hun kinderen een grotere woordenschat en een beter begrip van taal te ontwikkelen. Volgens onderzoek van Stanovich (1986), die het Mattheüs-effect in lezen voor het eerst beschreef, beginnen kinderen die vroeg aan lezen blootgesteld worden, met een voorsprong die zich gedurende hun schooltijd verder uitstrekt.
  2. Motivatie en zelfvertrouwen
    Goede lezers ervaren succes bij het lezen en voelen zich competenter. Dit verhoogt hun motivatie om vaker te lezen, wat hun leesvaardigheden verder versterkt. Tegelijkertijd verliezen zwakke lezers snel hun zelfvertrouwen door hun negatieve leeservaringen, wat hen minder gemotiveerd maakt om te oefenen. Onderzoek door Morgan et al. (2008) toont aan dat zwakke lezers vaak vermijden om te lezen, wat hun vaardigheden verder belemmert.
  3. Toegang tot boeken en leeshulp
    Toegang tot boeken en de beschikbaarheid van ondersteuning (zoals hulp van ouders, leraren en remedial teachers) is cruciaal. Kinderen die opgroeien in een omgeving met veel boeken en ondersteuning, kunnen zich sneller ontwikkelen als lezers. Kinderen die minder toegang hebben tot boeken of weinig leesondersteuning krijgen, blijven vaak achter.
  4. Cognitieve verschillen
    Sommige kinderen hebben een natuurlijke aanleg voor taal en lezen, wat hen helpt om sneller en efficiënter te leren lezen. Kinderen met dyslexie of andere leerproblemen hebben daarentegen meer moeite met het ontwikkelen van deze vaardigheden, wat hun leesproces vertraagt.

De gevolgen van het Mattheüs-effect in lezen

Het Mattheüs-effect kan aanzienlijke gevolgen hebben voor de onderwijsprestaties van kinderen. Kinderen die achterop raken met lezen, hebben vaak moeite met andere vakken, zoals geschiedenis of natuurwetenschappen, omdat deze vakken veel lezen vereisen. Lezen is de basis voor vrijwel alle andere leergebieden. Wanneer de kloof tussen goede en zwakke lezers groter wordt, leidt dit tot ongelijkheden in de schoolprestaties en later in het leven.

Langetermijneffecten van slechte leesvaardigheid zijn zorgwekkend. Onderzoek van Cunningham en Stanovich (1997) toonde aan dat kinderen die op jonge leeftijd achterblijven met lezen, vaak hun hele schoolcarrière moeite blijven houden met begrijpend lezen. Dit kan uiteindelijk leiden tot lagere schoolresultaten, minder kansen op hoger onderwijs, en beperkte carrièremogelijkheden.

Hoe kunnen we het Mattheüs-effect verminderen?

Hoewel het Mattheüs-effect een hardnekkig fenomeen lijkt, kunnen ouders, leerkrachten en beleidsmakers actie ondernemen om de negatieve gevolgen te verminderen en zwakkere lezers te ondersteunen. Hier zijn enkele effectieve strategieën:

  1. Vroegtijdige interventie
    Hoe eerder leesproblemen worden gesignaleerd, hoe beter. Vroege interventies, zoals extra leesondersteuning in de kleuterklas en groep 3, kunnen kinderen met leesachterstanden helpen om op hetzelfde niveau te komen als hun leeftijdsgenoten. Zeker wanneer ondersteuning van de leesvaardigheid thuis lastig is, vraagt dit extra investering vanuit de school.
  2. Bevorderen van leesplezier
    Lezen moet worden gepromoot als een plezierige activiteit, niet als een verplichting. Leerkrachten kunnen kinderen aansporen om te lezen door boeken aan te bieden die aansluiten bij hun interesses. Een studie van Gambrell (2011) toont aan dat wanneer kinderen boeken lezen die ze zelf leuk vinden, hun motivatie en vaardigheid aanzienlijk verbeteren. Juist bij aarzelende lezers is het belangrijk dat de leerkrachten naar het kind toe bewegen met boeken die aansluiten. De leerkracht kan gebruiken maken van luisterboeken, stripboeken en boeken met veel actie en avontuur.
  3. Leeshulp op maat
    Differentiatie in het leesonderwijs is essentieel. Niet elk kind leert op dezelfde manier of in hetzelfde tempo. Sommige kinderen hebben baat bij extra ondersteuning, zoals individueel lezen of het gebruik van technologie, zoals audioboeken of apps die hen helpen om lezen toegankelijker te maken. Kinderen met leesproblemen zoals dyslexie hebben specifieke instructies nodig om effectief te leren lezen.
  4. Betrokkenheid van ouders
    Ouders spelen een belangrijke rol bij het bevorderen van leesvaardigheid. Studies hebben aangetoond dat kinderen die thuis worden voorgelezen en aangemoedigd worden om te lezen, beter presteren op school. Door ouders bewust te maken van het belang van voorlezen en samen lezen, kunnen ze bijdragen aan de leesontwikkeling van hun kind. Drie elementen zijn hierbij van groot belang: tijd, aandacht en attitude. Besteed leestijd samen met kinderen, heb je aandacht er dan bij en zorg voor een positieve houding ten opzichte van lezen.

Het Mattheüs-effect kan een frustrerend fenomeen zijn voor aarzelende lezers, ouders en leerkrachten. Juist de kinderen met een achterstand gun je een plezierige steuntje in de rug. Belangrijk om deze kinderen vroeg in het vizier te krijgen. Hierbij moet de aandacht liggen op aan de ene kant het ontwikkelen van taalvaardigheid (beter en sneller lezen) en aan de andere kant aan leesplezier (interne leesmotivatie). Deze twee lopen gelijk op. Door de juiste ondersteuning te bieden, kunnen we ervoor zorgen dat alle kinderen de kans krijgen om sterke lezers te worden.

Bronnen

  • Cunningham, A. E., & Stanovich, K. E. (1997). Early reading acquisition and its relation to reading experience and ability 10 years later. Developmental Psychology, 33(6), 934.
  • Gambrell, L. B. (2011). Seven rules of engagement: What’s most important to know about motivation to read. The Reading Teacher, 65(3), 172-178.
  • Morgan, P. L., Farkas, G., & Wu, Q. (2008). Kindergarten children’s growth trajectories in reading: The importance of instructional practices and the socio-demographic context. Educational Evaluation and Policy Analysis, 30(2), 111-142.
  • Stanovich, K. E. (1986). Matthew effects in reading: Some consequences of individual differences in the acquisition of literacy. Reading Research Quarterly, 21(4), 360-407.

Ook leuk

Artikelen

Hoe wordt een kind een lezer?

Wat kun je als leerkracht of ouder doen om het leesvlammetje in je kind(eren) aan te wakkeren? Chambers geeft een praktisch antwoord. Eenvoudig en behulpzaam.