Leestijd: 3 minuten
In het kort: Vraag bij de leerkracht van je kind op welk niveau de leerling leest. Bij dit niveau kun je samen met je kind de juiste boeken zoeken. Dit voorkomt verveling (te laag niveau) of afhaken (te hoog niveau). Dit is met name belangrijk voor kinderen die niet vanzelf lezen. Lees ook 12 tips voor de aarzelende lezer.
Wat is een leesniveau?
Het leesniveau geeft aan hoe goed een kind kan lezen en begrijpen. In het basisonderwijs wordt hiervoor het AVI-systeem gebruikt. Hiermee wordt het leesniveau bepaald en gevolgd. Het helpt leerkrachten en ouders om te weten welke boeken het beste aansluiten bij de leesvaardigheid van een kind. AVI-niveaus maken het makkelijker om teksten te selecteren die passen bij wat een kind aankan, zonder dat het te moeilijk of te saai wordt.
Wat is het AVI-niveau precies?
AVI staat voor Analyse van Individualiseringsvormen. Het systeem verdeelt teksten in verschillende niveaus van moeilijkheidsgraad, die aangeven hoe eenvoudig of ingewikkeld een tekst is om te lezen.
Het AVI-niveau houdt rekening met:
– lengte van zinnen
– moeilijkheidsgraad van woorden
– opbouw van de tekst
Hoe werkt het AVI-systeem?
De AVI-niveaus lopen op in moeilijkheid, van AVI-Start tot AVI-Plus, met daartussen niveaus als AVI-M3, AVI-E3, AVI-M4, enzovoort. Elk niveau komt overeen met de leesvaardigheid die een kind doorgaans op een bepaalde leeftijd of schoolgroep heeft.
Het cijfer geeft de groep aan, de letter staat voor M=midden of E=eind. Bijvoorbeeld, M6 betekent gemiddeld leesniveau van een leerling die halverwege groep zes zit, E7 betekent gemiddeld leesniveau van een leerling die eind groep 7 zit.
Belangrijk: dit zijn gemiddelden. Dat betekent dat de leesvaardigheid van veel leerlingen boven of onder het gemiddelde niveau zit. Sommige leerlingen lezen nou eenmaal sneller dan andere.
Wat betekenen de afzonderlijke niveaus:
- AVI-Start: Dit niveau is voor kinderen die net beginnen met leren lezen, meestal in groep 3. De teksten zijn kort, met eenvoudige woorden en veel herhaling.
- AVI-M3 en AVI-E3: Deze niveaus komen overeen met het midden en einde van groep 3. Naarmate een kind groeit, worden de zinnen iets langer en bevatten de teksten meer gevarieerde woorden.
- AVI-M4 en AVI-E4: Voor kinderen in groep 4 worden de teksten geleidelijk moeilijker. Ze leren complexere zinnen en langere verhalen te lezen.
- AVI-M5 t/m AVI-E5: In groep 5 kunnen kinderen al langere teksten lezen met meer inhoud en moeilijkere woorden.
- AVI-M6 t/m AVI-E6: In groep 6 kunnen kinderen vloeiend lezen en begrijpen ze steeds ingewikkeldere teksten.
- AVI-M7 t/m AVI-E7: Kinderen in groep 7 kunnen teksten aan met meer abstracte woorden en ingewikkelde zinsstructuren.
- AVI-Plus: Dit niveau is voor kinderen die verder zijn dan groep 8 en zelfs uitdagende teksten, zoals die in boeken voor volwassenen, aankunnen.
Waarom is dit belangrijk?
Het AVI-niveau helpt om het juiste leesmateriaal voor je kind te kiezen. Als een boek te moeilijk is, kan dat frustrerend zijn voor een kind en het leesplezier verminderen. Als het te gemakkelijk is, is het weer niet uitdagend genoeg. Daarom wordt het AVI-niveau getest op school, meestal door kinderen hardop een tekst te laten lezen. De leerkracht kijkt dan naar hoe vloeiend en nauwkeurig het kind leest en bepaalt op welk AVI-niveau het kind zit. Dit gebeurt twee keer per jaar. Vraag dit uit bij de leerkracht van je kind.
Je kunt thuis gebruik maken van het AVI-niveau door boeken te kiezen die bij het niveau van je kind passen. Op veel kinderboeken staat het AVI-niveau aangegeven, zodat je snel kunt zien of een boek geschikt is.
Wanneer is dit extra belangrijk?
Het kind dat makkelijk een boek oppakt, vindt meestal relatief goed de eigen weg relatief. Het kind dat lezen moeilijk of niet leuk vindt, heeft groter belang bij de juiste boeken. Zeker wanneer een kind aanzienlijk onder het gemiddelde leest, is het van belang om de juiste boeken te vinden. De boeken worden dan snel als kinderachtig ervaren en dat verhoogt ongewenst de toch al aanwezige drempel.
